Fietser slaat links af waardoor inhalende fietser ten val komt. Op 28 mei 2019 oordeelde het Gerechtshof Den Haag dat de inhalende fietser beter had moeten anticiperen en heeft aan inhalende fietser 50% eigen schuld toebedeeld, waarbij de billijkheidscorrectie niet is toegepast.
Artikel 6:101 BW: ‘Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.’
Twee personen, hierna te noemen vrouw en man, fietsten beiden in dezelfde richting op het fietspad naast de Buiksloterweg in Amsterdam Noord, richting de pont. De vrouw haalde de man aan diens linkerzijde in terwijl de man al fietsend naar links bewoog. Zij hebben elkaar geraakt, waarbij de vrouw ten val is gekomen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de man niet heeft omgekeken en daardoor de vrouw niet heeft gezien en dus geen voorrang heeft verleend. Hierbij wordt gedoeld op artikel 18 RVV dat bepaalt dat fietsers in beginsel links moeten inhalen. Voorts heeft de rechtbank geconcludeerd dat zelfs als wordt aangenomen dat de man zijn hand heeft uitgestoken dat hij vrijwel direct nadat hij zijn hand zou hebben uitgestoken naar links heeft gestuurd en dus geen of nauwelijks tijd was voor de vrouw om af te remmen of uit te wijken. Gelet hierop is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat de vrouw in juridische zin geen fout heeft gemaakt en dat het ongeval niet mede aan haar is toe te rekenen.
Het hof is in tegenstelling tot de rechtbank van oordeel dat de gedragingen van de vrouw wel degelijk hebben bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval. Het ongeval heeft plaatsgevonden op het fietspad dat eindigt bij het plein, dat toegang biedt tot de aanmeerplaats van de desbetreffende pont. Vlak daarvoor bevindt zich een fietsenstalling. Dit brengt met zich mee dat zich rond het aanmeren en vertrekken van de pont een hectische verkeerssituatie kan voordoen. Een dergelijke situatie noopt tot bijzondere oplettendheid en anticipatie op wellicht onverwachte manoeuvres van andere weggebruikers.
Het hof oordeelt dat de vrouw haar snelheid had moeten aanpassen zodat zij in staat was bij onverwachte situaties adequaat te reageren. Het hof is voorts van oordeel dat de vrouw door te handelen als zij heeft gedaan niet de vereiste zorgvuldigheid heeft genomen. Als zij haar snelheid had aangepast, had zij mogelijk door te remmen of uit te wijken het ongeval kunnen voorkomen of in elk geval de impact van de aanrijding kunnen verkleinen.
De conclusie die de rechtbank in deze zaak heeft getrokken is dat de door de vrouw geleden schade mede is ontstaan door een omstandigheid die aan haar kan worden toegerekend als bedoeld in artikel 6:101 BW. Aan de vrouw is 50% eigen schuld toebedeeld, waarbij de billijkheidscorrectie niet is toegepast.
Heeft u zelf letselschade opgelopen? Schroom dan vooral niet om contact met Trias Legal op te nemen voor een gratis en vrijblijvend gesprek. Met onze werkwijze helpen we u graag verder bij u thuis of bij ons op kantoor in Rotterdam.
Trias Legal is een onafhankelijk legal kantoor gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht met een speciale focus op het letselschaderecht.
+31(0)10 799 70 40
info@triaslegal.nl Dringende gevallen 24/7 uur bereikbaar.