Arbeidsongeval op de werkvloer en zorgplicht werkgever, art. 7:658 BW

Trias Legal > Nieuws > Arbeidsongeval op de werkvloer en zorgplicht werkgever, art. 7:658 BW
Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht - Trias Legal letselschade advocatenkantoor
ECLI:NL:GHARL:2020:2856, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 7 april 2020.

Arbeidsongeval op de werkvloer en zorgplicht werkgever, art. 7:658 BW

Eiser heeft in eerste aanleg de kantonrechter in het kader van een deelgeschilprocedure verzocht te bepalen:

 

  1. dat Wim Bosman Transport (hierna: gedaagde) aansprakelijk is voor de door eiser geleden en nog te lijden schade als gevolg van het hem op 17 maart 2016 overkomen bedrijfsongeval;
  2. Gedaagde te veroordelen om de kosten van de procedure te voldoen.

 

Gedaagde heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring dan wel afwijzing van het verzoek van eiser.

 

De rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) heeft in de beschikking van 28 december 2017 bepaald dat gedaagde aansprakelijk is voor de door eiser geleden en nog te lijden schade als gevolg van het bedrijfsongeval.

 

Gedaagde is vervolgens een bodemprocedure gestart bij de rechtbank waarin zij heeft gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat zij niet aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. In de dagvaarding in die procedure heeft zij het verzoek tot het tussentijds instellen van hoger beroep opgenomen en de rechtbank heeft bij vonnis van 22 augustus 2018 het verzoek om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen de deelgeschilbeschikking van 28 december 2017 toegewezen.

Wat is er gebeurd?

Eiser is per 22 september 2002 bij gedaagde in dienst getreden als internationaal vrachtwagenchauffeur. Chauffeurs van gedaagde krijgen voor de uitoefening van hun werkzaamheden een Chauffeurshandboek. Daarin is – voor zover nu van belang – het volgende opgenomen:

 

Op het laad- en/of losadres

Je dient je tijdens de rit op het laad- en/of losadres direct te melden bij de dienstdoende functionaris. Stel alles in het werk om op een correcte manier zo snel mogelijk geladen of gelost te worden. Het rijdend personeel dient de orde- en veiligheidsvoorschriften bij de verlader of bij de ontvanger stipt op te volgen en na te leven. (…)

Belading

Zorg ervoor dat je alle benodigdheden en/of hulpmiddelen bij je hebt voor het laden of lossen van de lading. Vraag altijd om instructies met betrekking tot het laden of lossen bij een klant, meld je bij de dienstdoende functionaris. (…)”

 

Op 17 maart 2016 heeft eiser ter uitvoering van een aan gedaagde door Beiersdorf verstrekte vervoersopdracht een lading Niveaproducten gelost bij ITM Alimentair Depo Supermarché in Viller Bouillet in België (hierna: ITM). Na het lossen van deze producten heeft eiser bij hetzelfde afleveradres lege europallets geladen. Eiser had drie keer eerder geladen en gelost op dit adres.

 

De stang die eiser tijdens zijn normale werkzaamheden gebruikte, raakte hem dit keer op zo’n manier dat hij met de ambulance naar een ziekenhuis is vervoerd en daar is onderzocht. In het ziekenhuis is een zwelling en een bloeduitstorting op de linkerkaak vastgesteld. Diezelfde dag mocht eiser het ziekenhuis verlaten.

Direct contact met Trias Legal
advocaat
?

Bel ons en wij helpen u verder: 010-799 70 40

Wat oordeelde de rechtbank?

De rechtbank heeft in de deelgeschilbeschikking van 28 december 2017 bepaald dat gedaagde aansprakelijk is voor de door eiser geleden en nog te lijden schade als gevolg van het hem op 17 maart 2016 overkomen bedrijfsongeval.

In de dagvaarding in de bodemprocedure heeft de rechtbank het verzoek tot het tussentijds instellen van hoger beroep opgenomen en bij vonnis van 22 augustus 2018 het verzoek om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen de deelgeschilbeschikking van 28 december 2017 toegewezen.

Wat oordeelde het hof?

Voor aansprakelijkheid van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW dient allereerst vast te staan dat het gaat om schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. Het hof gaat net als de rechtbank ervan uit dat eiser schade heeft geleden in de uitoefening van de hem opgedragen werkzaamheden, namelijk bij het laden van de euro-pallets. Voor die schade is gedaagde in beginsel aansprakelijk, tenzij a) gedaagde aantoont dat zij zodanige maatregelen heeft getroffen en aanwijzingen heeft verstrekt als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werk schade lijdt (zorgplicht) of b) wanneer zij aantoont dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van eiser. Het laatste voert gedaagde in ieder geval niet aan en is ook niet het geval.

Aanvullende maatregelen bij locatie buiten Nederland

Het hof stelt voorop dat het in deze zaak gaat om laad-en loswerkzaamheden die chauffeurs van gedaagde op één van de vele laad- en loslocaties in Europa dienen te verrichten. Gedaagde kent die locaties niet en kan haar chauffeurs ter plaatse niet instrueren over de specifieke wijze van bediening van het los- en laadsysteem op de betreffende locatie en zij kan ter plaatse geen toezicht houden op naleving van die instructie. Wanneer de plaats waar de werkzaamheden worden verricht eraan in de weg staat dat de werkgever direct toezicht houdt op de naleving van de door hem gegeven instructies, dient deze zo nodig aanvullende veiligheidsmaatregelen te treffen. Deze maatregelen zijn afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de werkzaamheden, de kans dat zich een ongeval zal voordoen, de ernst die de gevolgen van een ongeval kunnen hebben en de mate van de bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.

 

Op grond van de wijze waarop de werkzaamheden werden verricht, stelt het hof vast dat bij de uitvoering van de laad- en loswerkzaamheden met een handmatige laad- en lossysteem dat bij ITM wordt gebruikt het risico bestaat dat de stang terugschiet in verticale positie. Eiser heeft ter zitting verder onbestreden toegelicht dat tijdens zijn werkzaamheden, op een zeker moment, hij diende te kijken of er voldoende ruimte was tussen de laadbrug en de achterkant van de vrachtwagen, waarbij hij aan de rechterzijkant van de stang is gaan staan. Voor de inspectie van de afstand tussen de laadbrug en de vrachtwagen begeeft de werknemer zich dus in de buurt van de stang. Zijn hoofd is daarbij onbeschermd. Gegeven de lengte en het materiaal van de stang – een 1,50 meter lange metalen stang – is voorzienbaar dat, wanneer de stang bij onjuiste positionering terugschiet, de stang de werknemer kan raken en dat dat met een zekere kracht gaat, gegeven het gewicht van de laadbrug en de druk die daardoor op de stang staat. Uit het in het ziekenhuis vastgestelde letsel (zwelling en bloeduitstorting op de linkerkaak) blijkt ook dat de stang met een zekere kracht tegen eiser moet zijn gekomen. De kans op mogelijk ernstig letsel is naar het oordeel van het hof dan ook voorzienbaar.

Chauffeurshandboek

Gedaagde heeft aangevoerd dat zij met de vermelding in het chauffeurshandboek dat haar werknemers zich altijd bij de dienstdoende medewerker moeten melden en altijd instructies moeten vragen met betrekking tot het laden en lossen, de veiligheidsmaatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs van haar mochten worden verwacht. Het hof deelt die opvatting niet. De enkele algemene instructie in het Chauffeurshandboek aan werknemers om ter plaatse instructies te vragen, zonder dat gedaagde bekend is met het systeem ter plaatse, de daaraan klevende risico’s en zonder dat zij ermee bekend is en controleert of op het losadres daadwerkelijk adequate instructies worden gegeven, is, gegeven de kans op letsel, in dit geval een onvoldoende maatregel.

Vierjaarlijkse werkoverleggen

Gedaagde heeft nog gewezen op vierjaarlijkse werkoverleggen, waar vertegenwoordigers van de chauffeurs bijeenkomen en spreken over allerlei onderwerpen zoals de digitale tachograaf, het vastzetten van de lading en het gebruik van veiligheidsmiddelen. Nog daargelaten dat te onzeker is dat de daar besproken onderwerpen de chauffeurs daadwerkelijk bereiken, is gesteld noch gebleken dat het tijdens die overleggen is gegaan over bijvoorbeeld de wijze waarop het handmatige laad- en lossysteem dat hier aan de orde is, moet worden bediend en het gevaar dat bestaat wanner de stang onbedoeld met kracht omhoog komt. Deze periodieke werkoverleggen kunnen daarom niet worden aangemerkt als een adequate veiligheidsmaatregel.

 

Het hof oordeelt verder dat niet is gebleken dat het voor gedaagde bezwaarlijk is om verdergaande (veiligheids)maatregelen te nemen. Zo heeft gedaagde in eerste aanleg aangevoerd dat als zij had geweten dat er met het gedateerde systeem werd gewerkt, zij terzake instructies zou hebben kunnen verstrekken aan eiser. Het hof oordeelt dat gedaagde zich voorafgaand aan het transport had kunnen laten informeren over het ter plaatse gehanteerde systeem.

Tussen partijen is niet in geschil dat voor laden en lossen in Zuid-Europese landen de instructie geldt dat zij op die locaties vanwege de risico’s niet mogen laden en lossen. Voor de Benelux-landen geldt een dergelijk verbod kennelijk niet. Niet blijkt dat een dergelijk verbod, zoals door eiser ook als meest logische maatregel benoemd, voor in ieder geval de (risicovollere) handmatig te bedienen systemen, een bezwaarlijke maatregel zou zijn voor gedaagde. Het hof stelt dan ook vast dat er veiligheidsmaatregelen voorhanden waren die niet bezwaarlijk zijn.

 

Het hof is daarom, net als de rechtbank, van oordeel dat gedaagde niet die maatregelen heeft getroffen en aanwijzingen heeft verstrekt die redelijkerwijs nodig waren om het ongeval dat eiser is overkomen, te voorkomen of de kans daarop te beperken. Het hoger beroep treft dus geen doel.

Conclusie

Het hof, recht doende in hoger beroep, bekrachtigt de deelgeschilbeschikking van 28 december 2017 van de rechtbank Gelderland, verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en verwijst de zaak terug naar de rechtbank Gelderland.

Wij helpen u verder.

Soortgelijke situatie meegemaakt?

Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen voor een vrijblijvend gesprek. Wij helpen u graag verder!

Wij helpen u graag!

Trias Legal is een onafhankelijk legal kantoor gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht met een speciale focus op het letselschaderecht.

+31(0)10 799 70 40

info@triaslegal.nl Dringende gevallen 24/7 uur bereikbaar.

Terugbelverzoek
Gelieve enkel nummers
Direct contact met een advocaat?

Bel ons en wij help u: 010-799 70 40