Door mee te doen aan een sportwedstrijd of een spel, neem je in principe vanzelfsprekend het risico om een blessure op te lopen. Is een gedraging tijdens zo’n sport- en spelsituatie, die tegen de spelregels in gaat, dan niet onrechtmatig? De Hoge Raad oordeelde in het bekende natrap-arrest dat het overtreden van de spelregels, ook regels ter bescherming van de spelers, op zichzelf niet onrechtmatig is. De overtreding weegt echter wél mee bij de beoordeling of er al dan niet sprake is van een onrechtmatige gedraging.
Tijdens een voetbalwedstrijd strekt de keeper (hierna: gedaagde) zijn linkerbeen zodanig uit dat een speler van de tegenpartij (hierna: eiser) letselschade oploopt. Alhoewel gedaagde aanvoert dit te hebben gedaan om zich – naar spelregels – “breed te maken”, was er volgens de medespelers en de scheidsrechter sprake van een gedraging tegen de spelregels in.
Maar het simpele overtreden van de spelregels is volgens de Hoge Raad (natrap-arrest) dus niet genoeg om iemand aansprakelijk te stellen. Er moet sprake zijn van bijkomende factoren, zoals een ‘abnormaal gevaarlijke en gemene’ overtreding en niet een ‘gewone’ overtreding, zoals die in de loop van het spel kunnen voorkomen.
In deze zaak geven deskundigen antwoord op een vijftal vragen die in het eerdere vonnis van 27 augustus 1997 aan de orde zijn gekomen om de onrechtmatigheid van de gedraging vast te stellen.
De deskundigen hebben als uitgangspunt voor hun rapport genomen het volledige procesdossier in deze zaak en de videoband met daarop uitvoerig en in vertraagde vorm weergegeven het incident tijdens de wedstrijd van 1987. De rechtbank baseert haar oordeel op dit deskundigenrapport en acht het niet noodzakelijk om (een) andere deskundige(n) te benoemen.
Is de toedracht van gedaagde een ernstige overtreding van de spelregels?
De deskundigen hebben geconcludeerd “dat zij de gedragingen van gedaagde een zeer ernstige overtreding van de spelregels achten, omdat gedaagde op geen enkele wijze probeerde de bal te spelen en daarom zijn extreem gevaarlijke actie enkel was gericht op het opzettelijk raken van de tegenstander.” Daarbij hebben de deskundigen van doorslaggevend belang geacht “het moment van het spelen van de bal door eiser in samenhang met de positie van gedaagde op dat moment. Gedaagde bevond zich op dat moment nog in staande positie op vijf à zes meter van eiser vandaan. Door zich met volle snelheid in horizontale vorm met de benen vooruit, waarvan het linkerbeen (nagenoeg) gestrekt, in de richting van de trappende eiser te werpen, wist gedaagde, althans behoorde hij als professionele voetballer te weten, dat hij eiser zeer ernstig kon blesseren.” Bovendien hebben de deskundigen geconcludeerd dat gedaagde ruimte genoeg had om eiser op een andere wijze te blokkeren en dat hij zijn linkerbeen had kunnen terugtrekken. Deze conclusie van de deskundigen kan de rechtbank volgen en zij maakt die dan ook tot de hare.
“Zich breed maken”
De opmerking van gedaagden dat gedaagde zich zo breed mogelijk heeft willen maken door gelijktijdig (i) met zijn rechter been over de grond naar eiser te glijden, (ii) zich op zijn zij op de grond te laten vallen en (iii) een afwerende beweging met zijn linker arm en linker hand tegenover eiser te maken overtuigt de rechtbank niet in het licht van hetgeen de deskundigen omtrent “het zich breed maken” naar voren hebben gebracht. Volgens de deskundigen komt/glijdt immers een keeper, wanneer deze zich breed maakt, niet met de benen recht vooruit op de tegenstander in, doch werpt hij zich doorgaans met zijn armen/handen vooruit gestoken in zijn volle lichaamsbreedte vóór de bal/tegenstander waardoor het risico op letsel bij de tegenstander aanzienlijk wordt beperkt. Dit standpunt van de deskundigen hebben gedaagden op zichzelf niet weersproken.
Welke straf of machtsmiddel had de scheidsrechter en/of welke tuchtrechtelijke straf had de tuchtcommissie in 1987 gedaagde voor deze gedragingen kunnen opleggen?
De deskundigen achten een rode kaart respectievelijk een maximale straf van een uitsluiting van acht wedstrijden op zijn plaats. Gedaagde voert terecht aan dat de scheidsrechter het ongeval moet hebben waargenomen (wat ter plekke niet het geval was), maar de scheidsrechter geeft aan dat hij na het zien van de videobeelden evenwel tot de conclusie komt dat hij een rode kaart zou hebben gegeven.
Had eiser de gedragingen van gedaagde kunnen verwachten?
De deskundigen hebben deze vraag, gelet op de wijze waarop de professionele voetbalsport binnen Nederland wordt beoefend, ontkennend beantwoord. “In Nederland wordt op deze wijze de professionele voetbalsport niet beoefend. Een speler hoeft van een keeper niet te verwachten dat deze (zo lang) na het spelen van de bal met een (nagenoeg) gestrekt been op hem doortrapt/doorglijdt. Het voorgaande klemt te meer nu gedaagde op het moment van het spelen van de bal door eiser nog voldoende alternatieve middelen tot zijn beschikking had om eiser te blokkeren: gedaagde had zich op een minder gevaarzettende wijze breed kunnen maken, hij had gewoonweg door kunnen lopen om tegen eiser op te botsen (bodycheck) en hij had (na het spelen van de bal) eiser gewoonweg kunnen ontwijken.” Ook deze conclusie maakt de rechtbank tot de hare.
Waren de gedragingen van gedaagde abnormaal gevaarlijk?
Deze vraag hebben de deskundigen bevestigend beantwoord, aangezien het hier ging om een gevaar dat zich bij de professionele voetbalsport, als zij normaal wordt beoefend, niet zal voordoen. Volgens de deskundigen is de kans op de blessure van eiser door de gewelddadige handeling van gedaagde in het leven geroepen en had eiser de bijzonder gevaarlijke actie van gedaagde niet hoeven te verwachten. De rechtbank neemt ook deze conclusie over.
De rechtbank concludeert dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld tegenover eiser. Dat betekent dat gedaagde en daardoor ook de stichting waar gedaagde speelt op de voet van artikel 1403 (oud) BW in beginsel aansprakelijk zijn voor de schade die eiser door de handelwijze van gedaagde heeft geleden. De vordering is dus toewijsbaar evenals de door eiser gevorderde – door gedaagden niet weersproken – wettelijke rente.
Trias Legal is een onafhankelijk legal kantoor gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht met een speciale focus op het letselschaderecht.
+31(0)10 799 70 40
info@triaslegal.nl Dringende gevallen 24/7 uur bereikbaar.